LIES

Dwarrel vlieg
zweef en spring
Het leven komt van
binnenin

Geniet maar kleine wens
hoeveel we van je houden
raadt geen mens

---mama & papa ---


Lieve Lies,

Het hopen, het wanhopen, het durven dromen en momenten van angst, paniek, ongeloof, gerustheid en dan weer ongerustheid, … een rollercoaster aan emoties ging aan jouw komst vooraf.

Een vrijdag in november 2020 (coronatijdperk)…
Onze laatste pick up gaf 6 eicellen: feestgejoul – yes we maken nog kans op een broertje of zusje voor Gijs. We hadden aan niemand iets verteld. De wachttijd om terug te mogen starten was korter dan we hadden gedacht, dus niemand wist dat we terug “bezig waren”.

De dag nadien het telefoontje van de laborant – “er is maar 1 eicel bevrucht” – hoop maakte plaatst voor wanhoop, tranen vloeiden, … waarom – hoe kan dit – wat als ….

Mijn ouders kwamen net langs – ik kon niet anders dan het hen vertellen, we waren er kapot van. Onze wens naar nog een kindje was zo groot… Na het verlies van Jip en Janneke in 2018 (na 12 weken en 4 dagen zwangerschap) was er een leegte ontstaan die bodemloos leek. Iedereen gunde ons dit geluk.

Zondag maakten we een wandeling met vrienden, we deelden ons verdriet en onze hoop, onze ergste nachtmerrie en onze grootste droom. We konden alleen maar besluiten dat het zo moest zijn, dat we deze kans dankbaar moesten ontvangen en alleen maar konden hopen.

Het klinkt zo vreemd om dit te zeggen, maar ergens was er ook opluchting, dat het traject dat we liepen, een eindmeet leek te krijgen. Want eerlijk gezegd was ik de laatste tijd aan het twijfelen. Twijfels of ik dit nog aankon, we hadden al zo’n lange weg afgelegd in het fertiliteitstraject dat ik me soms afvroeg hoe ver ik nog kon gaan. Maar Stijn bleef steeds vol vertrouwen en zijn wens leek bij momenten nog intenser dan de mijne. De gedachte dat Gijs geen broer of zus op deze wereld zou hebben (als enige van zijn klas) viel me zwaar. Maar ook die gedachte verloor kracht toen iemand zei “misschien wil Gijs wel geen broer of zus, of gaan ze helemaal niet overeenkomen. Je “moet” geen kind nemen voor je zoon”. Verder speelde de zin in mijn hoofd die Prof Dr Lewi tegen ons had gezegd “een lichaam leert zwanger zijn”. Vertrouwen hebben in mijn lichaam dus (een lichaam dat me met de reuma al meermaals in de steek had gelaten).

Dat weekend ging voorbij, mijn ogen leken uitgedroogd van al de tranen – ik was leeg geweend – uitgehuild – en vol met “wan”hoop. Wat zou morgen brengen? Een telefoontje dat ik niet moest langskomen? Want die optie was er ook nog, dat het embryo niet gedeeld zou zijn en dat er niet eens een “terugplaatsing” zou plaatsvinden…

Maandag
Alleen ging ik naar de het fertiliteitscentrum (daar besliste Corona over) – met de gele dino van Gijs als mascotte in mijn handen (deze heb ik zeker 14 weken steeds bij me gehad). Ik kreeg te horen dat het embryo gedeeld was, 7 cellen telde “het”. Niet super maar oké, we maakten een kans. Ik zag een allereerste fotootje van jou (een hoopje cellen) – een fotootje van jou, van onder een microscoop, mijn mensenleven lief. Als ze een foto konden maken van jou onder een microscoop dan konden ze er toch ook wel voor zorgen zeker dat ik zwanger zou geraken?

De terugplaatsing vond plaats en ik mocht richting thuis.

10 dagen vol spanning volgden, ik ging trouw naar Nanou (acupunctuur) om te zorgen voor een goede doorbloeding van mijn baarmoeder en optimale omstandigheden voor een innesteling. Ik visualiseerde me dat mijn baarmoeder een warme thuis was om jou te laten nestelen, ik nam rust en gaf jou de tijd om je aan mij te hechten. “Knabbel je maar een plekje in mijn buik” dacht ik, “blijf bij mij, …”

10 dagen later
De avond voor de bloedafname deden we al een zwangerschapstest, we waren vol van spanning en ik voelde van alles en toch weer niets… en Stijn zag op de test een licht streepje – ik ook – maar ik wilde geen valse hoop scheppen en dacht dat het misschien ook een soort schaduw kon zijn… maar toch er was HOOP!

De ochtend nadien had ik wat bloedverlies – de wanhoop kwam terug naar boven. Ik ging stage doen en kon hierdoor pas namiddag langsgaan voor een bloedafname. Vrijdagnamiddag, ik was Gijs gaan halen van school samen met een klasgenootje. Ik had net soep gemaakt en Stijn kwam thuis van school. Heidi (van het fertiliteitscentrum) belde met goed nieuws, de waarden wezen op een zwangerschap. HOOP en BLIJHEID en …. DANKBAARHEID.

Nog enkele weken van angst en hoop volgden elkaar – waarden die de ene keer goed en de andere keer minder goed stegen, een goede echo en een echo waarop er weinig groei te zien was, en misselijkheid – OMG misselijkheid en vermoeidheid. Slapen en naar het toilet rennen dat was mijn dagindeling. Stijn runde het huishouden en de zorg voor Gijs. Ik “zwangerde” en gaf al mijn energie aan dat nestje in mijn buik.

En de misselijkheid verdween met de medicatie – waardoor er even terug angst was (bij Jip en Janneke was de misselijkheid ook plots weg – ik dacht toen omdat ik voorbij mijn 12 weken was maar dat was helaas de reden niet). Maar die was ongegrond want een consultatie wees uit dat er nog steeds leven was in mijn buik.

Vanaf dan heb ik een zalige zwangerschap gehad, ik voelde me goed, de reuma was onderdrukt en ik was zooo trots op mijn buikje. Ik wou het uitschreeuwen “ik word terug moeder, neen, ik ben terug aan het moederen, ik draag een mirakel in mijn buik, het wonder is geschiet”. En daarom kleine meid was jouw koosnaam (werknaam) MIRA want jij bent en blijft ons kleine wonder!

We gingen net als bij de zwangerschap van Gijs naar de haptonomie en naar de vroedvrouwen van Bolle Buik. We maakten al contact met jou, we leerden jou al een beetje kennen en genoten van deze prachtige tijd.

Natuurlijk moest er weer even paniek gezaaid worden omdat je tijdens een bepaalde echo kleiner bleek dan verwacht, je zou die laatste 3 weken niet gegroeid zijn… De zwangerschap werd opgevolgd als een “semi high risk” zwangerschap owv mijn medische voorgeschiedenis. Dus ik werd om de drie weken in GHB verwacht, ze zaten er natuurlijk met een vergrootglas op. En over “overtijd gaan” hing een donkere wolk – vooral de risico’s werden aangehaald… maar vooral STRESS vermijden was het advies en rusten.

Gelukkig waren daar Alexandra en Patty van Bolle Buik en Jo van de haptonomie, die rust en kalmte overbrachten.  Die ons met hun ervaring konden geruststellen. En ik voelde me goed, dus dan moest het met jou toch ook goed gaan? Mijn lichaam zou mijn gevoel toch niet kunnen tegenspreken. De volgende consultatie in GHB was er ook Prof Lewi die er vertrouwen in had, verschillende mensen die echo’s nemen geven ook andere interpretaties – ik zou geen reus gaan baren dat was duidelijk, maar geen reden tot paniek! Maar toch bleef het woord “overtijd gaan” niet geliefd.

Beter wat anticiperen dus ik belde op vrijdag 23 juli naar Patty, we legden een moment vast om eens te komen “opmeten” en wanneer ze eens met mijn voeten zou spelen. We spraken af dat ze zondag zou langskomen. Vrijdagnamiddag begon ik dan (eindelijk) aan de doosjes van de doopsuiker te vullen, ik bestelde nog turnpantoffels voor het turnkampje van Gijs.
Die avond na de frietjes werd ik overvallen door harde buiken, de ene na de andere, ik moest me erbij neerleggen (letterlijk en figuurlijk) want eerlijk – ik wou de dag nadien nog naar de Ikea en de turnpantoffels ophalen. Maar natuurlijk had ik geen controle over jou, jij mocht beslissen. Ik belde terug naar Patty. Ah, oké – misschien is het toch niet begonnen. Want neen, het werd niet intenser en buiten wat ongemakkelijkheid had ik geen last van pijn.

We gingen slapen en rond 2u viel alles stil.

We stonden op en ik mocht mijn lijstje nog afmaken, ik sleurde Gijs mee voor turnpantoffels en door de Ikea met de belofte voor een ijsje. En Stijn die moest de badkamer poetsen. Bij thuiskomst maakte ik nog avondeten en keken we samen wat TV en gingen slapen.

Neen, eigenlijk gingen we niet slapen. Stijn ging slapen en ik – ik kreeg weeën om 00u30 – al was ik niet zeker – waren dit weeën? Ik lag in bed, dit was meer dan een “oncomfortabel” gevoel, dit was toch ook een beetje pijn, niet? Ik ging in bad, als het niet echt was zou het wel stoppen zeker… De “pijn” kwam nu echt vanuit mijn onderbuik.

Maar het stopte niet, de weeën kwamen om de 5 minuten maar ze duurden maar 30 à 40 seconden, Dr Google liet weten dat dit echt niet voldoende was, dit was maar wat “voorspel” – dit waren geen weeën die voor ontsluiting zouden zorgen…

Om 3u heb ik Stijn wakker geroepen vanuit bad, of hij even wilde timen. Dat deed hij, maar zijn ogen vielen bijna toe, dat ik hem terug naar bed heb gestuurd. Wat had ik daar nu aan, een man die nu al te moe was en er was nog niets gestart. Ik probeerde terug een houding in bed te vinden maar vond die niet. Ik stuurde een bericht naar Patty om 4u58, een uurtje later belde ze mij. Ze was onderweg naar een thuisbevalling maar ging Alexandra proberen te bereiken (die was eigenlijk in verlof).

Ik kwam naar beneden om wat rond te lopen en in de zetel te hangen. Om 6u40 stond Alexandra hier. Ik smste Stijn uit bed en Alexandra onderzocht me. 1,5 cm ontsluiting. Ik was eerlijk gezegd wat teleurgesteld – 1,5 cm op 7u tijd, euh dat is 2 mm per uur – of zoiets… een tweede ging toch sneller hadden ze gezegd!!!

We spraken af dat we elkaar tegen 11u terug zouden horen (of Patty als zij klaar was met de thuisbevalling). Stijn ging terug wat slapen en Gijs had ook een goede nacht precies. Iedereen zou goed uitgerust zijn. Alexandra dacht dat het wel goed zou zijn om mijn ouders te contacteren om Gijs vandaag op te vangen, ze dacht dat het nu niet terug zou “stilvallen” – kan dat nog stilvallen, whaattt laat t niet waar zijn hé!

De orchideeën die ik de dag voordien had gekocht (voor het bevallingskwartier, de materniteit en de vroedvrouwen) stonden nog op tafel. Ik ergerde me eraan dat ze daar stonden, en het afwasmachine moest ook nog geledigd worden, en mijn God de vloer zag vuil, zou Stijn nog willen stofzuigen, de valies voor Gijs was nog niet klaar, … maar iedereen sliep en ik moest me al echt concentreren op de weeën en kon dus zelf niet in actie komen. Hoe frustrerend seg.

Om 9u20 was er boven “leven” te horen, Gijs en Stijn kwamen in pyjama naar beneden en ontbeten. Gijs speelde met zijn treinen, lego en auto’s terwijl ik in de zetel de weeën opving. Ik stuurde naar de buurvrouw dat ze namiddag niet op Gijs moest letten, dat het hier “begonnen” was. En ik belde mijn ouders met de vraag of ze Gijs konden opvangen, ik benadrukte dat ze zich niet moesten haasten dat het nog wel even zou duren (normaal gesproken rijden ze ongeveer 45 minuten tot hier).

Stijn ging de kippen eten geven, ik zag de buren buiten – oh ja, die moest ik nog het sleuteltje van de poort en het kippeneten geven. Ik naar buiten, met het kippeneten, wat staan draaien in de tuin in mijn pyjama en regelmatig zwijgend of al neuriënd om een wee op te vangen.

Ik zette Stijn aan het werk: zet de orchideeën weg – neen, niet daar, zet ze daar – maak je het afwasmachine leeg.  Hebben mijn ouders al iets laten weten? Veeg jij de tafel af. Euh ga jij je nog aankleden? En Gijs moet ook nog aangekleed worden, seffens zijn mijn ouders er. En de valies van Gijs,… Stijn:” ja, ja, ja,. Ah je ouders sturen dat ze om 11u30 hier zullen zijn”. 11u30??? Dat is nog 45 minuten…

Komaan Gijs mee naar boven, Gijs op zijn gemak – zoals altijd – net zijn vader denk ik dan, nooit gehaast – ik moet wel bevallen hé mannen!!! Ik maak Gijs zijn valies (kleren voor 14 dagen ipv voor 3) en maak Gijs klaar. Met tussendoor zeer regelmatig een wee. “Mama heb jij pijn aan je buik” – ja, ja zoiets ja…

Stijn druk die papieren van dat turnkamp af – komaan – NU – Stijn: “maar ik moest toch eerst…”  neen, jij moet nu afdrukken en breng mijn arceerstiften mee en een pen… Stijn blijft zichzelf, hij drukt de papieren af en brengt de aceerstiften mee MAAR vergeet de pen! Zo voorspelbaar, altijd hetzelfde, moet IK nog opzoek naar een pen tijdens mijn weeën. Om alles duidelijk op te schrijven want Gijs start morgen met een turnkamp.

Ahja, ik had nog beloofd om een kaartje te sturen naar Vik en Jade voor hun kampje, STIJN BRENG DE STICKERS NUUU !!!

Ik heb honger, zin in sandwiches maar de bakker 5 huizen verder is in verlof. Ik bel mijn mama, of ze wil stoppen in de winkel voor sandwiches. Oef, ze zijn er bijna.

Ik vang tussendoor de weeën op en neurie (vals), ik wieg mijn heupen en ga in mijn hoofd het lijstje af.

Patty belt, de thuisbevalling is bijna afgerond, over een halfuurtje komt ze langs.

Mijn ouders zijn er, bezorgd en lief zoals altijd. In mijn vaders ogen zie ik het, hij kan er niet tegen om me te zien “afzien” – ik stel hem gerust “dat hoort erbij”. Ik krijg het advies “vraag maar epidurale, daarvoor is het er – niet onnodig afzien, je hebt al genoeg pijn gehad”. Ik vraag aan mama of zij ooit epidurale kreeg. Neen, bij geen van de 3 kinderen, daar was toen nog niet echt sprake van. Ik geniet van de sandwiches en we praten wat over de bevallingen van mama en hoe ze de namiddag met Gijs gaan besteden. Ja, plankendael lijkt een goed idee. En dan kan Gijs vanavond naar zijn meter om te blijven slapen en van daaruit naar zijn kampje.

Ik bel Edith (meter van Gijs, Stijn zijn zus, haar kinderen zijn de toekomstige meters en peter). “Ja het is begonnen. Ik heb je de mail van het turnkamp doorgestuurd.  Gesupporter op de achtergrond, iedereen enthousiast en DOE DAT GOED, SUCCES, WAUW,…”. De kinderen waren al ongerust dat ik zou bevallen als zij op kamp zouden zijn maar dat ziet er dus niet naar uit.

De bel gaat, Patty is er – het is 12u30. We gaan naar boven, ze meet 3 à 3,5 cm ontsluiting. Weer een beetje teleurstelling bij mij. Maar het gaat goed en het kan snel gaan zegt Patty. Ze luistert naar de harttonen, mijn meisje toch, jij doet dat zo goed. Ik ben nu al trots op jou, gewoon rustig in mijn buik terwijl ik de weeën opvang.

Patty gaat naar huis, om 15u zullen we elkaar terug horen – ondertussen is het buiten aan het gieten – het voelt wel warm aan. Ik zet de ramen op kip en mijn ouders besluiten naar een binnenspeeltuin te gaan met Gijs. “Doe dat goed, vraag iets tegen de pijn” en weg zijn ze. Ze hebben daarnet de harttonen tot beneden gehoord.

De weeën worden intenser – veel intenser – dit doet me denken aan de bevalling van Gijs, toen heb ik ook veel intenser weeën gekregen nadat Patty was komen “opmeten”. Ik krijg de weeën niet meer opgevangen door wat te wiegen en te neuriën, er komen luidere klanken uit me – zoiets als “Au AAAAAA” – STIJN MASSEREN – Stijn: nu of moet ik eerst de auto inladen? NUUUU

Ik wil me nog douchen, ik ga naar boven en roep Stijn weer terwijl ik onder de douche sta – hij loopt van hier naar ginder, auto inladen, dit, dat en dan roep ik weer – hij weet duidelijk niet meer wat eerst. Ik zeg om 13u40 we gaan NU naar het ziekenhuis, dit is te intens, en ik denk in mezelf “als ik daar nog geraak – hoe kan ik deze weeën opvangen in de auto”.

Stijn belt Patty dat we toch nu al vertrekken en dat we elkaar in het ziekenhuis zullen zien. We stappen de auto in, ik met een dubbelgevouwen kussen tussen mijn benen.

Ik vraag aan Stijn waar we eigenlijk moeten zijn, want het is vandaag zondag. Stijn weet het niet, HOE JIJ WEET DAT NIET? Bel Patty dan! Euh, ik heb haar nummer niet. GEEF MIJN GSM DAN. Ik weet niet of ik die bij heb. HOE GE WEET DAT NIET??? MAN GA MET U NAAR HET LEGER… We vinden dat wel, ik rij gewoon de parking in JA JA . De weeën in de auto vallen precies wat mee.

We rijden de parking in, Stijn wil een rolstoel halen. Een rolstoel, neen ik WANDEL. Onderweg even op zo’n geel ding gaan zitten om al schreeuwend “AAAAA” een wee op te vangen. Een verpleegkundige kijkt vreemd op vanop afstand. We wandelen het onthaal van moeder en kind binnen. Ik zet me neer en vang een wee op (al roepend), er staat een oudere vrouw achter me die ook duidelijk veel pijn heeft (geen zwangere). De onthaalmedewerkster neemt een rolstoel en stelt me gerust “we zijn er meteen”.

We nemen de lift, maar de lift gaat niet omhoog, na nog een poging nog steeds geen beweging in de lift. Geen risico lopen denk ik, andere lift, bevallen in een lift met een medewerkster van het onthaal zegt me weinig.

We komen in het bevallingskwartier aan, Sarah stelt zichzelf voor als de vroedvrouw van dienst. Het eerste wat ik zeg (nadat ik AAA een wee opvang) is “ik wil epidurale”. Stijn legt uit dat Patty nog komt. Sarah neemt ons mee naar de bevallingskamer en zegt dat we even op Patty zullen wachten en dan beslissen. (“OMG neen, ‘wachten’ – ik heb geen tijd om te wachten denk ik – ik heb toch recht op een epidurale).

Sarah doet de monitor om, ik wil blijven rondwandelen, dat is geen probleem. Ik ga naar het toilet en Patty is er al. Patty mag me onderzoeken van Sarah, want zij kan vergelijken. Patty meet, 5 cm ontsluiting en de hals is helemaal verweekt. Mijn enige vraag “HOE LANG GAAT DIT NOG DUREN”. Het kan nog even duren maar het kan ook snel gaan… Dat herinner ik me van bij Gijs, IK WIL EPIDURALE.

Sarah geeft me een infuus met cortisone (omdat mijn lichaam dit zelf niet meer aanmaakt en arbeid kan mijn lichaam in stress brengen), ze is heel lief en zorgzaam.

Stijn geeft het geboorteplan aan Sarah, die meteen in actie schiet! Gordijnen dicht, lichten gedimd, warme doeken worden klaargelegd. En er wordt gevraagd naar massageolie. Die heb ik zelf bij. Patty masseert mijn onderrug – WAUW dit doet deugd, kan dit? Dat ik geniet van de massage tijdens de pijn van de weeën. Patty vraagt of Stijn moet overnemen “NEEN JE DOET DAT GOED”.  Patty voelt of hoort een “krak”, mijn bekken gaat open. Ik moet me effe neerleggen, ze gaat nog eens voelen. Ik zeg “ofwel moet ik NU naar de WC ofwel komt ze” => ZE KOMT NU…zegt Patty.

Patty drukt op het belletje om Sarah en ik vraag om de baarkruk die godzijdank in de bevallingskamer staat. Patty zet deze klaar voor me, Stijn masseert mijn rug. Sarah belt de gynaecoloog. Die samen met de ASO toekomt.

Ik voel persweeën en vraag om te persen. Ik mag van Patty. Ik hoor mezelf nog zeggen tegen Patty (en tegen onze kleine meid) “samen kunnen we dit” terwijl ik Patty haar hand vasthou.

Patty voelt het hoofdje al en iets later vraagt ze “of er iemand de baby wil opvangen”  – want euh de gynaecoloog was nog bezig met haar handschoenen aan te doen.

Ik mag volledig persen op gevoel, ik zit op de baarkruk, zonder epidurale dit was het scenario dat ik vooraf wou, dit is zo mooi. Ik moet maar een keer of 4 persen en dan is ze er… ZE IS ER… onze kleine meid, ons Mira, ons Lies (want dat is haar “echte” naam). De navelstreng is tijdens de ‘uitdrijving’ 2x rond haar hals gedraaid, de navelstreng wordt daarom redelijk snel doorgeknipt, Stijn mag dat doen. En ik mag Lies in mijn armen nemen.

Ik voel weeën voor de nabevalling, die even vlot komt als Lies. Dan mag ik terug op bed gaan liggen. Skin to skin met Lies, met een warme doek. ZE IS ER, ze is zo mooi, ze is ons wonder, ze is ons alles.

De scheurtjes worden gehecht en we worden alleen gelaten. Patty neemt nog enkele foto’s (ook van de bebloede baarkruk, op mijn vraag) en de placenta wordt getoond (het nestje waarin Lies 9 maanden geborgen zat).

We mogen skin to skin in alle rust met ons drie, Stijn, Lies en ik. Warme doeken en rust.
Genieten – genieten – genieten. En trots, trots op Stijn dat hij mijn commando’s zo heeft opgevolgd en zo zijn best deed om mee de weeën op te vangen, trots op Lies dat ze dat zo geweldig goed heeft gedaan en trots op mezelf. Dat ik dit heb gedaan (oké zoveel vrouwen deden me dit voor maar ik deed het ook).

Dankbaar voor de lieve vroedvrouwen (Patty met haar kalmte, haar ervaring en vol vertrouwen – en wonderbaarlijke handen die me de weeën even deden vergeten en Sarah van het bevallingskwartier die al het mogelijke deed om aan onze wensen voor de bevalling te voldoen, die Patty de ruimte gaf om me verder te begeleiden).

Na een tijd wil ook Stijn skinnen met Lies, nadien wordt ze gemeten en gewogen, geprikt en aangekleed door Stijn en vroedvrouw Anneleen (die een zus heeft die Lies heet). Ook zij is superlief. Dan gaan we naar de kamer. Heerlijk verder skinnen en genieten.

De gedachte komt in ons op dat we maar net op tijd in het ziekenhuis waren, om 14u in het ziekenhuis en om 14u56 was Lies er. De mevrouw van het onthaal kan niet geloven dat het zo snel is gegaan (wanneer Stijn 2,5u later voor de bagage passeert).

Geen bezoek in het ziekenhuis omwille van corona, wat een luxe. Alleen Gijs komt 10 minuten op bezoek. Een nieuw verhaal start, de ontdekking van wie Lies is.

En wat er net als bij de bevalling van Gijs ontbreekt zijn de gebroken vliezen. Ook bij Gijs is er geen waterval geweest en ook vandaag is het onduidelijk wanneer mijn vliezen gebroken zijn. Het zal een mysterie blijven, maar Lies is er en Gijs ook. We zijn bevoorrecht dat we ouders mogen zijn, dankbaar gaan we verder genieten.