Het geboorteverhaal van Alina schreef haar mama als een brief aan de baby, omdat ze tijdens de zwangerschap ook briefjes schreef aan 'het meisje in mijn buik'.
 

20 juli 2020 – ‘s middags

Dag meisje in mijn buik,

Dit is misschien één van de laatste keren dat ik je zo kan noemen. Wat is het toch spannend om te wachten op die bevalling. Vanochtend verloor ik de slijmprop en sindsdien heb ik af en toe lichte krampen. Voorlopig voelt het allemaal nog heel rustig en onregelmatig; nog niets wat me naar Patty doet bellen. We zien wel of het doorzet of niet. Maar echt lang zal het nu waarschijnlijk toch ook niet meer duren. Tot een van de volgende dagen!

Liefs,

mama

 

21 juli 2020

Dag meisje uit mijn buik,  

Wie had ooit kunnen denken dat je nog op 20 juli geboren zou worden?! Wat een prachtige, krachtige ervaring was dat! 

Om 18u heb ik nog rustig met papa gegeten. Of hij zijn online vergadering met het koorbestuur moest afzeggen die avond?, vroeg hij. “Nee hoor”, zei ik, “de bevalling is nog niet voor meteen. Ik voel nog bijna niets. Bij grote zus duurde dat ook nog bijna drie dagen na het verlies van de slijmprop.”

Rond 19u begon papa rustig te vergaderen en belde ik voor de zekerheid even naar Patty. Ik vertelde dat ik niet zo goed wist of er al iets aan het gebeuren was. Ik had wel veel harde buiken en wat lichte krampen maar het viel allemaal nog reuze mee. Patty had zo’n vermoeden dat ze ons die avond nog zou zien. Ik daarentegen hoopte ‘s nachts nog eens goed te slapen nu grote zus een nachtje bij omi en opa was gaan logeren. Ik ruimde nog even de woonkamer en keuken op en legde me rustig in de zetel bij een aflevering van Castle. 

Een half uurtje later begon er iets te veranderen. De krampen werden regelmatiger en duidelijker voelbaar. “Rustig afwachten”, dacht ik bij mezelf, “na papa’s vergadering zien we wel of we Patty nog eens moeten bellen.” 

Rond 20u kwamen er plots een paar hevigere weeën. De laatste eindigde met heel raar ‘puntig’ gevoel onderaan. Pets! Een grote guts water en de hele vloer nat. Mijn water was gebroken, net zoals dat in de films gebeurt. 

Ik stuurde snel een berichtje naar papa dat hij zijn vergadering nu moest beëindigen. Ik trok nieuwe kleren aan en verzamelde de laatste spullen. Papa belde ondertussen naar Patty dat we eraan kwamen en kuiste de boel op. “Wat een geluk dat grote zus net vandaag bij omi en opa is gaan logeren!”, dacht ik.  

Rond 20u45 kwamen we aan bij Patty. Ik legde mij op het bed zodat Patty even naar jouw hartje kon luisteren. Drie centimeter opening. Ik begon in mijn hoofd te rekenen om wat houvast te hebben: Een centimeter per uur, dan nog een uurtje persweeën, …  Dan zou jij er ergens tussen 4u en 6u ‘s nachts zijn. Een 21 juli kindje. Dan heb je elke keer vrijaf op je verjaardag. Jammer dat 20/7/’20 niet meer zou lukken; zo’n mooie datum. Zeker omdat je grote zus ook al op 17/8/’17 kwam. Ik heb wel iets met mooie data :-). 

Ik installeerde me op het bed, voorover leunend op de bal. Papa zette zich achter mij en masseerde mijn rug. Ondanks de weeën was het een zalig ontspannende setting. Toen de weeën nog wat heviger werden, verhuisde ik naar het bad dat Patty ondertussen in de kamer ernaast had klaargezet. Zalig, dat warme water! En hoe heerlijk makkelijk was het om in dat water van houding te veranderen. Ik voelde me ineens tien keer lichter. “Hier kom ik de rest van de bevalling niet meer uit!”, wist ik meteen. 

De tijd en omgeving vervaagden. Ergens op de achtergrond hoorde ik Patty naar Emma bellen. Iets over dat het plots in een stroomversnelling terecht was gekomen. Bij elke wee voelde ik papa’s warme handen mee duwen en verzachten op mijn onderrug. Heerlijk hoe hij zonder woorden wist wat hij moest doen. In gedachten dobberde ik rond in een warme diepblauwe zee ergens aan een verlaten zandstrand, terwijl ik naar grote zus en papa keek die op dat strand aan het spelen en schaterlachen waren. Tijdens de weeën vervaagde dat zandstrand en was er enkel het water en mijn ademhaling. Tussendoor kwam het strand telkens weer terug.

Al snel werden de weeën heviger. Mijn zee en zandstrand verdwenen nu helemaal tijdens de weeën, dus begon ik te tellen. 100, 99, 98, 97, … Elke tel was één tel dichter bij het einde van de wee. Ademen en tellen, tot het weer voorbij was. En dan snel weer naar mijn diepblauwe zee. 

De tijd tussen de weeën werd korter en korter. De volgende wee kwam nog voor de vorige helemaal weggetrokken was. “Help, ik heb geen zin meer!” flitste door mijn hoofd. “Ik wil pauze.” Het werd zo hevig dat ik plots persdrang begon te krijgen. “Oei, nu al?”, dacht ik. Patty stelde me gerust dat ik gewoon mee mocht duwen. 

Patty kwam regelmatig met de hartslagmeter jouw hartje checken. Elke keer luisterde ik gespannen mee. Even zoeken, dan dat vertrouwde klop-geluidje, en Patty die zei dat jij het nog steeds goed deed. Oef! Eén keer ging het even wat minder goed met je. Patty stelde voor om van houding te veranderen. Ik leunde met mijn rug tegen de rand van het bad, papa hield mij vast onder mijn armen en mijn voeten kon ik tegen de badbodem afzetten. 

“Oh nee, nu komt het gedeelte dat vorige keer totaal niet lukte”, flitste door mijn hoofd. Maar de nieuwe houding deed zijn werk. Jouw hartje deed het beter en ik voelde duidelijker wat ik met die verdomde persweeën moest aanvangen. Over die persfase had ik vooraf veel gelezen. Ik probeerde het allemaal zo goed mogelijk toe te passen. Dit stuk moest en zou anders gaan dan bij je grote zus. 

“Ik wil niet meer”, bleef de hele tijd door mijn hoofd flitsen. “Het gaat niet lukken.” Maar tegelijk voelde ik hoe alles anders was dan bij grote zus. Patty, papa en Emma (die op magische wijze verschenen was) moedigden me aan en zeiden dat ik het heel goed deed. Beetje bij beetje begon ik hen te geloven. Ik hoopte vurig dat papa’s armen sterk genoeg waren om me zo nog een hele tijd vast te houden. 

Ze vroegen of ik eens wilde kijken of voelen. “Nee!” dacht ik, bang om teleurgesteld te worden met de vorderingen. “Zien jullie al iets?” hoorde ik mezelf vragen. Zelfs papa bevestigde enthousiast dat hij het hoofdje al duidelijk zag. “Zou het dan echt zo zijn?” Ik werd nieuwsgierig en voelde heel voorzichtig. Ja hoor! Daar zat duidelijk een hoofdje. 

“Wauw! Het gaat echt lukken!” Een golf van opluchting, die meteen verstoord werd door de volgende perswee. Ik voelde hoe het hoofdje nu niet meer terug zakte tussen de weeën door. “Nog heel even volhouden”, dacht ik. En tegelijk bleef er dat angstige stemmetje in mijn hoofd, dat nog steeds niet geloofde dat je eruit zou geraken. De weeën werden wat minder sterk en ik had al mijn wilskracht nodig om te blijven meepersen. En toen plots voelde ik hoe jouw hoofdje eruit ‘floepte’. De persdrang bleef, dus ik bleef duwen en duwen en ik voelde hoe de rest van je lijfje mee kwam. Wat een onbeschrijfelijk bizar gevoel. 

En toen was je er opeens! Met twee korte huiltjes bevestigde je dat je er echt uit was geraakt. Ik pakte je bij me op mijn borst, vol ongeloof dat het echt gelukt was. Ik hoorde mezelf vragen hoe laat het nu eigenlijk was, want ik voelde me totaal gedesoriënteerd. Je werd geboren om 22u52, vertelde Emma. Nog meer ongeloof. “Het was nog niet eens na middernacht?!” Drie uur geleden zat ik nog thuis in de zetel naar Castle te kijken!

Ik wilde liefst nog een paar uurtjes in dat water blijven liggen bekomen, maar daar kreeg jij het koud van. Patty, Emma en papa hielpen me uit bad en samen gingen we op bed liggen. De placenta kwam nog, en we lieten je navelstreng rustig uitkloppen. Toch één scheurtje dat genaaid moest worden. De verdoving deed eventjes pijn, maar van het naaien voelde ik gelukkig niet veel. Oef, alweer een opluchting. Dat naaien vond ik bij grote zus nog het ergste van het hele gebeuren. 

Mijn hoofd werd een beetje helderder en eindelijk nam ik de tijd om naar je te kijken. Wat zag je gezichtje er lief uit! En die donkere haartjes op je hoofd. Je lijkt op je zus, vond ik. Ik voelde me verrassend wakker en alert. Mijn lichaam zat nog vol adrenaline. We bleven samen liggen - jij op mijn buik. Papa maakte je eerste flesje klaar en jij dronk je eerste slokjes in papa’s armen. Wat een mooi moment. En wat een opluchting alweer, dat die melk niet uit mijn lichaam moest komen. 

Die eerste nacht kon ik echt niet slapen. De bevalling bleef door mijn hoofd flitsen. Wat was het allemaal goed gegaan! Dat had ik op voorhand niet durven dromen. Jij lag rustig te slapen terwijl papa en ik naar je ademhaling luisterden. “Oef, ze leeft nog”, dachten we elke keer. Wat was het toch weer wennen, zo’n mini-baby’tje. 

De volgende ochtend kregen we een overheerlijk ontbijt, met uitzicht op een weide en de blauwe lucht. Een mooie zomerdag. Het voelde surreëel dat jij nog geen 12u geleden hier geboren was. Het leek wel alsof we ergens op vakantie waren. We genoten van verliefd naar jou te kijken, vertelden vrienden en familie over je geboorte, en rustten nog wat uit. ‘s Middags kregen we heerlijke soep, brood en lekkere fruitsla. Tussendoor kwam Patty regelmatig controleren hoe het met ons ging. In de late namiddag verzamelden we onze spullen, zetten we jou in de maxi-cosi die opeens weer reuzegroot leek, en reden we naar huis om je voor te stellen aan je grote zus. 

Dankjewel Patty en Emma om ons zo mooi doorheen de zwangerschap en bevalling te begeleiden! En dankjewel Maarten, voor het vertrouwen, de aanmoedigingen, je sterke armen, en om zo goed aan te voelen op elk moment wat ik nodig had. Het was perfect zo. 

Liefs,

mama