Het leek in alles op een gewone dag, maar toch ook weer niet. Na een zwangerschap op wolken, voelde ik op de zondagochtend van 38 weken bij het opstaan, voor de eerste keer, precies een beetje last – een harde buik; of iets anders? Ook was ik precies een beetje incontinent aan het worden. Niets abnormaals als je zwanger bent, had ik eens gelezen. Mijn vriend vroeg me of het geen vruchtwater was? Maar ik was er zeker van dat het dat niet was, want “dan stroomt het eruit” – had ik eens gelezen.
“Ik heb denk ik zonet een eerste keer een harde buik gehad. Ook wat buikpijn en zo. Snel nog die werkdeadline afwerken!”, stuurde ik om 8:46 half grappend naar mijn familie. Waarmee ik bedoelde dat onze eerste baby weleens al op 39 weken zou kunnen komen in plaats van op 40 weken of later. Dat wilde zeggen: nog veel dingen te doen die we wilden doen vooraleer ze “echt” in onze wereld zou komen.
Mijn vriend en ik trokken er die zondag nog eens op uit met onze honden. Ik dartelde vrolijk rond en speelde nog een beetje mee op de hondenweide. Bewegen is goed als je zwanger bent! In de namiddag gingen we nog eens een stapje in de wereld zetten op een jeugdhuisreünie. ’s Avonds aan de buitentoog besloot ik om mijn oudere zus die naast me stond, toch maar even om bevestiging te vragen dat een beetje incontinent worden wel gewoon helemaal normaal is als je 38 weken zwanger bent. In plaats van een antwoord, kreeg ik een aantal vragen teruggekaatst, en concludeerde ze: “Ik denk dat je best naar de vroedvrouw belt”. Toen ik haar antwoordde dat ik de ochtend erna zou bellen, was haar reactie: “Ik zou nú naar de vroedvrouw bellen”. Zo gezegd, zo gedaan. Ik belde Bolle Buik en Patty stelde voor om meteen langs te komen. In zeven haasten vertrokken mijn vriend en ik naar huis. Een autorit om niet snel te vergeten, met wellicht één van de hogere hartslagpieken in lange tijd.
Thuis aangekomen begonnen we op automatische piloot ons huis wat op te ruimen en te stofzuigen. Toen Patty rond 20u aankwam, stelde ze vast dat mijn “incontinentie” helemaal geen incontinentie was en dat het wel degelijk om vruchtwater ging. Geen gebroken vliezen, wel wellicht ergens een scheurtje – gelukkig aan de bovenkant, dus minder kans op infectiegevaar. Toen ik haar vroeg of ik morgen nog ergens naartoe kon, was de boodschap duidelijk: morgenochtend zou de baby normaalgezien geboren moeten zijn. Mijn baarmoederhals was al verweekt en ik had al een paar cm ontsluiting, dus een deel van de arbeid moest overdag al gebeurd zijn. Patty stelde voor om vooral nog te rusten, eventueel wat te slapen en nog iets lichts te eten. Ze gaf me nog een “voetmassage” voor ze naar huis vertrok. Op dat moment werd het plots reëel: onze baby kwam eraan, en wel bijna. Toen Patty weer vertrokken was – we zouden haar opbellen als de weeën intenser werden – bereidden we onze living aka verloskamer voor, maakte ik nog snel mijn werkdeadline af, en waasden we wat rond door ons huis. Eén van onze twee honden werd opgehaald door de hondenbabysit. Ik zette op de TV een concert op dat we samen vanuit de zetel volgden. Om 22u liet ik Patty nog weten dat onze andere hond er wel bij zou zijn – wel in een binnenhuiskooi – en of dat OK was voor de stagiaire Julie voor wie we de honden normaalgezien wegzetten. Gelukkig was dat OK. Patty vroeg of ik al meer beweging in mijn buik voelde, waarop ik antwoordde dat ik wel buikpijn en rugpijn had, maar “niets ondraaglijks”. Nog geen halfuur later (denk ik) rond 22.30u belde mijn vriend haar op omdat ik dat zelf toen niet meer goed kon. Patty vertrok opnieuw naar ons thuis.
Vanaf het moment dat Patty, en nadien Julie, aankwamen, herinner ik me de dingen niet meer goed in de juiste volgorde. Ik herinner me dat Patty aan mijn vriend zei om het beval-bad te vullen – hierdoor wist ik dat alles heel snel aan het gaan was, want dat vullen moest toch pas gebeuren als de arbeid goed in gang was? – en ik herinner me dat het volgen van het concert te moeilijk werd – teveel prikkels tegelijkertijd. Too much. Het concert moest af, en ik voelde dat ik moest bewegen en anders moest gaan zitten. Ik zocht verschillende houdingen op, zowel in bad als in onze zetel, om de steeds intenser wordende weeën “op te vangen”. Ik herinner me dat Patty mijn vliezen doorprikte, maar ik herinner me niet wanneer ergens in het proces dit gebeurde. Ik herinner me dat ik een deel in bad doorbracht en een deel in de zetel, en ik herinner me de deugddoende massages op mijn onderrug. Het fruit dat ik nog als “krachtvoer” had gegeten om te compenseren voor een gebrek aan avondeten, kwam er integraal weer uit. Next level fruitpap. Maar dat ervaarde ik niet als lastig. Het grootste probleem dat we leken te hebben was dat het beval-bad lek bleek te zijn. Een unicum. Eerst werden de lekken weggedweild, maar nadien bleek het water het te winnen van de inzet van mijn vriend, Patty en Julie. Ik nam de waterheisa waar vanaf de zijlijn en liet het (in mijn beleving) aan mij voorbijgaan. Hoewel ik steeds het beeld van een onderwatergeboorte voor ogen had, maakte het mij op dat moment niet echt uit waar ik zou bevallen. Ik maakte dit (in mijn beleving) duidelijk door luidop te zeggen dat “het bad niet uitmaakte!”, en dat ik in de zetel wilde liggen. Aangezien onze baby een klein beetje gedraaid zat, en Patty zei dat dit in de zetel beter te “managen” was dan in bad, bleek dit ook nog eens een goed idee van mezelf. Hoera. Onze hond nam van vanuit haar binnenhuiskooi van op de eerste rij alles rustig gewaar.
Ik herinner me dat ik de gedeeltes tussen de weeën ging beschouwen als “heerlijke rustmomenten” en met mijn ogen dicht steeds een mentale switch maakte toen een wee werd gevolgd door zo’n moment. Ik probeerde deze afwisseling tussen intensiteit en vrede mentaal mee te volgen en zo vond ik mijn focus. Op een gegeven moment werd die strategie moeilijker omdat ik merkte dat de vrede steeds sneller werd ingehaald door de intensiteit , en een vredemoment dus eigenlijk geen vrede, maar wel een nieuwe wee voorspelde. Ik herinner me dat alles plots intenser werd en dat ik me ging focussen op het aantal cm ontsluiting. Toen Patty zei dat ik aan 7cm zat, was dit tegelijkertijd hoopgevend (vooruitgang!) en vreselijk (nog geen 10!), en ik vroeg me af of tijd sneller kon gaan of op zijn minst sneller beleefd kon worden. Dat alles in een recordtempo aan het verlopen was, ervaarde ik op het moment zelf toch anders. Ik herinner me dat ik op verschillende momenten begon te voelen en begon uit te drukken dat ik niet meer kon en dat de weeën te intens waren.
Ik herinner me dat ik op een gegeven moment zei dat ik precies naar het toilet moest gaan, en dat Patty me zei dat ik waarschijnlijk persdrang voelde. En zo begon de volgende fase. We probeerden eerst in de zetel te blijven, maar al snel verplaatste ik me naar de baar-kruk (schrijf je dat zo?) om de zwaartekracht mee te hebben. Hoewel deze fase aan de buitenkant misschien “ingrijpender” lijkt dan de eerste fase met weeën, beleefde ik dat omgekeerd. Het was min of meer heerlijk om letterlijk vooruitgang te voelen – te voelen hoe onze baby zich letterlijk een weg baande naar onze wereld. Ik herinner met dat Patty me goede instructies gaf om in plaats van de roepen, die energie te gebruiken om de baby naar beneden te helpen. Ik herinner me dat ze tussendoor checkte hoe onze baby haar hartslag was, en hoe de zin “Hier zit ze niet graag” (aka: lage hartslag) de allersterkste motivator was om mij nóg meer in te spannen. Ik herinner me hoe ik me extreem uitgeput voelde en hoe geen enkele fysieke inspanning die ik ooit deed nog maar in de buurt kwam van het gebeurende. Ik herinner me dat ik me omringd voelde door de vroedvrouwen – hun expertise gaf me vertrouwen – en door mijn vriend – die zo nabij was. Ik herinner me dat Patty zei “bij de volgende keer persen, heb je je baby’tje”, en hoe de rest geschiedenis was.
Om 01.01u kwam ons allermooiste nachtkindje te wereld. Ze weende niet, “omdat ze gerust is”, zeiden de vroedvrouwen. En gerust was ze. Ik herinner me dat Isabel ondertussen ook was aangekomen en ik herinner me hoe ze zo liefdevol glimlachte naar onze baby, vol warmte. Of misschien projecteerde ik dat wel. Ik herinner me de gouden woorden van Patty dat ik geen scheur had. De vroedvrouwen hielpen me terug in de zetel, waar ik samen met mijn vriend “onze” baby eindelijk in alle liefde in persoon kon ontmoeten. Ik herinner me de goede tips van Julie om haar borstvoeding te geven. Zelden zo’n eenvoudige en praktische info gekregen rond iets waar ik nog maar zo weinig over wist. Zelden iets waar ik nog maar zo weinig over wist meteen goed in de praktijk kunnen brengen omdat mijn lichaam wist wat het moest doen. Ik herinner me de nageboorte van de placenta die even op zich liet wachten, en ik herinner me de rust van Patty bij mijn ongeruste vraag “of dat niet te lang duurde”, waardoor ik meteen weer vertrouwen kreeg dat ook dat wel goed zou komen. En het kwam goed. Ik herinner me de oxytocineprik die dit proces versnelde. Ik herinner me hoe de vroedvrouwen me naar de slaapkamer boven hielpen. Hoe ze met drie rond ons bed stonden waar nu plots een extra mensje in lag. Ik herinner me hoe ik plots besefte dat zij naar huis zouden vertrekken en we met ons drie zouden overblijven. En ik herinner me dat dat helemaal goed was omdat we vertrouwen hadden – omdat we vertrouwen kregen.
Wat een reis, wat een bestemming, wat een vooruitzicht. Eén grote roze wolk. Wij zijn ongelooflijk dankbaar voor Team Bolle Buik om ons hierin begeleid te hebben, met zoveel raad en zoveel daad.