Lieve Lino, 

8 weken geleden mochten papa en ik jou eindelijk leren kennen. Mijn eerste bevalling, mijn eerste kindje, mijn spruitje, mijn tuimelaar, mijn lieverdje, mijn Lino. 

Oh wat heb ik uitgekeken naar jouw komst! Hoe zou je eruit zien? Wat voor kindje zou je zijn? De laatste keer op café, de laatste keer vrienden zien, de laatste keer naar de winkel.. voor jij tevoorschijn zou komen. “Vanaf nu gaan we nooit meer enkel wij twee zijn, gek he?”, zei papa de avond voor je geboren werd. En plots drong het echt tot mij door. Een hoofdstuk wordt afgesloten. Vol dankbaarheid en anticipatie genoten we een laatste keer van enkel wij twee, voor ons leven voor altijd anders zou worden. 

’s Ochtends voelde ik aan mijn lichaam dat je in aantocht was. Vandaag zou je komen. Donderdag 17 februari. Dat hadden papa en ik al voorspeld, want deze nacht was het volle maan geweest en wij zijn ook allebei op een donderdag geboren. Logisch toch! 

Ik ging nog een dutje doen. Papa begon te werken. Flink, zoals we geleerd hadden. Het zou allemaal nog wel even duren, hadden ze ons verteld. De ingrediënten lagen klaar om ook nog koekjes te bakken. Allemaal om de tijd te vullen en mij af te leiden tot de arbeid echt van start zou gaan. 

Ik werd na een uurtje wakker van weeën, maar probeerde nog even te blijven liggen. Gek, die weeën leken elkaar wel heel snel op te volgen. Ik volgde even mee op de klok.. telkens minder dan 5 minuten voor de volgende al weer daar was. Ik stond op, gaf even een update aan papa en ging onder de douche staan. De weeën bleven even snel komen. Dit had ik niet verwacht, dus ik belde naar Emma. – “Kan je nog praten tijdens een wee?”, vroeg ze. “Ik moet ze echt wel wegademen, maar het is nog dragelijk.” Na de middag zou Emma langskomen. Papa ging nog even lopen – “Doe maar een kort loopje, van een half uur” zei ik. Wat was ik blij wanneer hij terug thuis kwam, want de weeën bleven elkaar met enkele minuten tussen opvolgen en werden steeds heviger. 

Ik had tijdens mijn zwangerschap een boek over Hypnobirthing gelezen. Ook in andere dingen die ik las of hoorde was de opdracht duidelijk: Probeer zo rustig mogelijk te zijn! Dat kan ik, dacht ik. Het duurde wel even voor ik helemaal tot rust kwam, want we waren precies wat in tijd gepakt.. En de app om weeën te timen bleef maar zeggen dat we naar het ziekenhuis moesten vertrekken. Toen Emma was langsgekomen om poolshoogte te nemen en papa de living bevallingsklaar had gemaakt, kon ik eindelijk echt tot rust komen. Hoe heerlijk lag ik daar. In onze zetel in de stralende zon, wetende dat ik jou straks zou kunnen ontmoeten. Weeën kwamen, maar gingen telkens ook weer weg en tussendoor lag ik zalig samen met jou te rusten. 

Na een tijdje werden de weeën te intens om al liggend op te vangen. Emma – die ondertussen terug was van een nazorg en besloten had hier te blijven – stelde voor om op de zitbal te gaan zitten. Dat was beter. Een paar weeën later – of veel, ik heb geen idee – kwam je tante Stefanie aan. Nu was mijn bevallingsbubbel compleet: mijn man, mijn zus (die vroedvrouw is), mijn vroedvrouw en mijn baby die klaar was om geboren te worden. 

Daarna was het tijd om in bad te gaan. Heerlijk hoe het warme water verlichting bracht, tegen papa aan leunend alsof hij mijn zetel was. Tussen de weeën door kon ik helemaal tot rust komen, soms viel ik zelfs een beetje in slaap. Papa ook, dat voelde ik. Tijdens de weeën waren er handen genoeg om in te knijpen of mij te masseren. Het leek voor mij alsof we uren lang in bad hebben gezeten. Regelmatig luisterde Emma naar jouw hartje. Je deed het telkens perfect. 

Na wat een eeuwigheid leek, in bad, werden de weeën zo intens dat ik dacht “dit moet niet meer te lang duren”. Emma en Stefanie spoorden mij aan om mijn lichaam te volgen als het zou willen persen. 
Ik had geen idee hoe dat zou moeten, persen, maar probeerde te ontspannen en te doen wat mijn lichaam aangaf. Mijn vliezen waren ondertussen nog steeds niet gebroken. Net op het moment dat Emma ze wilde breken, scheurde de vruchtzak bovenaan open. Emma brak de vliezen ook langs onder. 

Omdat ik het laatste restje ontsluiting maar niet weggeblazen kreeg, stelde Emma voor om terug uit het bad te gaan en op mijn zij op de zetel te gaan liggen, met één been opgetrokken. Zo had ik al snel volledige ontsluiting. Mijn lichaam wilde ook beginnen persen. Ik voelde dat ik het beet had, als ik een guts vruchtwater over mijn benen voelde lopen. 

Maar het lukte niet elke keer. Mijn lichaam gaf niet altijd dezelfde instructie. We probeerden het op de baarkruk. – Dat was het enige moment waarop jij aangaf dat je het niet leuk vond. Je hartslag verzwakte. – Terug op mijn zij. Op mijn rug. Maar die goede persweeën voelde ik precies niet. Ik deed mijn uiterste best om je eruit te krijgen. Ik perste zo hard ik kon, maar voelde dat ik moe was. “Ik hoop maar dat hij snel komt, want ik kan bijna niet meer” dacht ik. 

Op dat moment zei Emma dat het beter zou zijn om naar het ziekenhuis te gaan. “Je persweeën worden zwakker. Het ziet er niet naar uit dat je de baby voorbij het heiligbeen zal kunnen krijgen. In het ziekenhuis kunnen ze je hormonen bij geven om de weeën terug sterker te maken.”. We bespraken het nog even. Ook Stefanie was akkoord dat dat op dit moment de juiste beslissing was. Jij deed het nog steeds heel goed, daar moest ik me alvast geen zorgen over maken. Dat ik wat extra hulp zou krijgen om jou eindelijk eruit te krijgen, daar voelde ik ook wel wat voor. 

Emma en Stefanie hielpen me om kleren aan te doen. Papa pakte snel wat spullen bij elkaar om mee te nemen naar het ziekenhuis – aan dat ene taakje op het todo-lijstje, een ziekenhuistas klaarzetten, was ik maar niet toegekomen. Oeps! – Terwijl papa en ik met Emma mee met de auto naar het ziekenhuis reden, fietste Stefanie al naar daar. In de auto belde Emma om te laten weten dat we eraan kwamen. “Welke gynaecoloog is er van wacht?” Emma was blij en verzekerde me dat Dokter Vandecasteele een zeer aangename vrouw was. En ze had gelijk. 

Stefanie wachtte ons op in de verloskamer, legde mij aan de monitor, stak een infuus. Ondertussen bleven de weeën natuurlijk komen. Eindelijk mocht ik terug mee persen. Dat heb ik met al mijn macht blijven doen. Ondertussen kreeg ik hormoon toegediend, kwam de gynaecoloog toe, werd ik geknipt en hielp ze jou naar de uitgang met een zuignapje op je hoofd. Ik was blij dat ik mijn bevallingsbubbel bij mij had. Ik had het volste vertrouwen. 

Duwen, duwen, duwen en een grote hap lucht en opnieuw duwen, zo hard je kan. Even rusten en dan nog eens. En dan ineens, na 12u intense arbeid: “Michelle, doe je ogen open! Doe je ogen open!” Stefanie had jou vast en legde je op mijn borst. “Een kleine Yolan!”, dacht ik. Jij sperde je ogen wagenwijd open en staarde recht in de mijne. “Dag meneertje! Dag meneertje!” zei ik. “En hoe heet dat meneertje?”, vroeg Stefanie. “Lino”. Tranen van geluk en ontlading. En jij bleef maar kijken, naar mij en naar je papa. Zo benieuw naar die mensen die je vanuit de buik had gehoord en gevoeld. En wij keken terug, helemaal ondersteboven dat wij jou gemaakt hebben. En we zullen voor altijd blijven kijken.