Het is dinsdag 30 maart. Ik ben acht dagen over tijd wanneer Patty 's ochtends om 10u30 langskomt om de boel wat in gang te zetten. Ze start met een uitgebreid vaginaal onderzoek tot achter mijn oren. Het verdict: twee centimeter ontsluiting, baarmoederhals nog lang en hoofdje vast in bekkeningang. Niet de topstart waar ik op hoopte, maar het is al meer dan enkele dagen ervoor bij collega Alexandra en ik ben blij met iedere vooruitgang. Daarna worden de drukpunten onder handen genomen. Ik weet van tevoren dat ik me niet aan een aangename voetmassage moet verwachten dus dat scheelt al wat teleurstelling. Om af te ronden smeert ze mijn buik in met scharlei olie, wat het proces ook zou moeten bevorderen. Als het zou aanslaan moet ik haar op de hoogte houden. Anders om 16u evalueren en zo nodig alles nog eens herhalen. Spannend afwachten dus. 

Tegen 11u zet Patty haar ronde verder en ga ik mijn twee mannen opzoeken. Die zijn een wandeling gaan maken om ons wat rust te gunnen in huis en ik wandel ze tegemoet. Het is heerlijk buiten vertoeven. De zon schijnt en overal hangt de lente in de lucht. Mijn zoontje Sep loopt enthousiast in mijn armen als hij me ziet en ik pak hem nog eens stevig vast. Misschien zijn laatste dag als enig kind (al durf ik daar nog niet te hard te hopen).

Eenmaal thuis vraag ik aan mijn man Pieter om nog wat foto's te nemen van mij en Sep, misschien de laatste foto's met mijn bolle buik. Ondertussen voel ik al wat effect van Patty haar bezoekje. Mijn buik is onrustig, maar dit zijn duidelijk nog geen echte weeën. We eten nog samen en terwijl Pieter Sep weglegt voor een dutje, maak ik me klaar om me ook even te leggen. Het is dan 13u. Ik voel mijn baarmoeder stevig samentrekken, maar hoop toch dat ik nog even kan rusten. De afgelopen nacht heb ik niet veel geslapen dus dit gaat deugd doen. Ik smeer op aanraden van Patty nog wat scharlei olie op een zakdoekje en leg dat naast me op mijn kussen. Het vult de kamer met een zoete geur en het zou de baarmoeder stimuleren. Alle beetjes helpen, dus we gaan ervoor. 

Slapen lukt niet meer. Heel onregelmatig trekt mijn baarmoeder samen. Het is onaangenaam, maar ik weet dat wat komt erger is. Ik probeer zoveel mogelijk te rusten en het over mij te laten komen. Op de achtergrond hoor ik Sep neuriën in zijn bedje. Van slapen komt daar precies ook niet veel in huis. Iets na 14u stuurt Patty om te vragen of er al wat reactie is op de drukpunten. Ik laat haar weten dat het erg onregelmatig is, maar nog niet zo hevig. Dat mijn buik vooral erg onrustig is. 

Tegen 14u45 heb ik teveel last om te blijven liggen. Ik beantwoord snel nog wat WhatsAppjes en ga naar de badkamer. Mijn nieuwsgierig kantje wil weten of die weeën de afgelopen uren al iets van effect hadden en ik probeer mezelf te onderzoeken. Hoewel ik voordien mijn ontsluiting redelijk goed kon voelen, geraak ik nu amper aan mijn baarmoederhals. Hij voelt alleszins nog heel lang aan en zit nog naar achter gekanteld. ‘Het zal wel niet voor meteen zijn’ denk ik bij mezelf en ga naar beneden. Daar maak ik mezelf nog een frambozenbladtheetje, alweer met de gedachte ‘alle beetjes helpen’ en ruim ik de keuken op. Tegen 15u30 beslissen we om Sep wakker te maken en naar oma en opa te brengen. Om hen wat in het ongewisse te laten gaat Pieter niet mee. Zij denken immers dat hij nog gewoon thuis aan het werken is. Om de boel nog wat meer op gang te brengen besluit ik met de fietskar te wandelen tot daar. Het is net geen kilometer dus dat moet lukken. Pieter staat standby en als het echt niet gaat moet ik hem sturen en komt hij me halen. Ik verzeker hem dat het wel zal lukken. 

Eenmaal onze straat uit, na nog geen 100m wandelen, heb ik al spijt van mijn beslissing. Het is toch duidelijk in gang en bij iedere wee knijp ik mijn vingers stevig in het handvat van de fietskar. Ik probeer me wat af te leiden door tegen Sep te praten. Die is uitgerekend nu in een stille bui dus dat helpt niet echt. Onderweg komen we gelukkig niet veel mensen tegen. Bij oma en opa verman ik me. Gelukkig hebben zij altijd meer aandacht voor Sep, dat scheelt. Ik probeer nog wat casual te blijven hangen, maar wanneer ik Sep zijn potje ga leegmaken in het toilet krijg ik de ene wee na de andere. Ik moet hier zo snel mogelijk weg! 

Sep komt me uitwuiven en gaat gelukkig met alle aandacht lopen. Ik moet me goed forceren om een lach op mijn gezicht te toveren. De weeën volgen elkaar nu snel op, ik krijg amper tijd om te recupereren. Ik twijfel of ik Pieter moet bellen, maar wat doen we dan met die fietskar? Het is maar een tiental minuten wandelen, dat moet ik toch kunnen? ‘Komaan Van Geel, tanden bijten’, praat ik mezelf luidop moed in en klem mijn tanden op elkaar. ‘Ontspannen houding aannemen, anders geef je de baby geen plaats’, spookt er door mijn hoofd, maar thuis geraken is nu mijn prioriteit geworden. Af en toe blijf ik achter een hoekje of haag even stilstaan om te bekomen. In mijn handtas ga ik op zoek naar mijn oortjes om wat muziek op te zetten die me hopelijk kan afleiden. 

De weg lijkt eindeloos te duren. Ik probeer te blijven wandelen om zo snel mogelijk thuis te zijn, maar het ziet er volgens mij eerder uit als een of andere slenterende oncomfortabele waggelpas. De fietskar gebruik ik om op te leunen bij een wee, maar zonder Sep erin is dat niet ideaal. Ze wipt naar boven en meerdere keren heb ik voor dat het voorwiel eruit floept. In alle rapte heeft Pieter dat niet vastgemaakt, dat is normaal ook niet nodig, maar nu vloek ik wel een beetje. Er is meer volk op de baan dan daarnet en ik moet mijn uiterste best doen om mijn gezicht in de plooi te houden. Net op het moment dat het voorwiel voor de derde keer op de grond valt, wandelt de burgemeester mij voorbij. Hij begroet mij veel te enthousiast en ik forceer een even vriendelijke repliek (binnenin stilletjes aan het sterven). Ik praat mezelf nog wat moed in en stap verder, ik ben er echt bijna. Aan de overkant van de straat roept een mama van een kindje van de crèche enthousiast "'t was voor binnenkort zeker?" en al wandelend roep ik "Jaja, vorige week!" terug. "Amai, succes nog" roept ze me achterna. Merci, ik zal het nodig hebben, denk ik (al denk ik vooral 'please stop met praten en laat mij met rust'). 

Eindelijk bereik ik onze straat. Het einde is nu écht in zicht. Door het mooie weer staan alle gepensioneerde mannen in hun deurgat naar de straat te kijken en met elkaar te babbelen. Lap, hier heb ik écht geen zin in. Ik vis in mijn handtas al naar de afstandsbediening van de poort, zo ben ik zo meteen snel binnen. Drie buurmannen en evenveel flauwe mopjes later ben ik eindelijk thuis. Dat het mijn slechtste idee ooit moet geweest zijn, die wandeling, zeg ik tegen Pieter. Het is op dat moment 16u30 en hij vraagt of we Patty niet moeten verwittigen. Ik grijp naar mijn telefoon om mijn muziek af te zetten en zie dat Patty me net een berichtje heeft gestuurd. ‘Of ze eens moet langskomen om te evalueren en naar de baby te luisteren’. Ik kan nog net terugsturen ‘Ja. Wordt moeilijker’ en bij het duwen op verzenden denk ik eigenlijk: ‘ik heb je hier NU nodig!’ 

Pieter vraagt nog wat assistentie om het bevalbadje - dat gelukkig al klaar staat - verder op te pompen. Ik geef al rondwandelend nog wat instructies, maar meer lukt me niet. Dat hij Mona (de fotograaf) niet mag vergeten te bellen als Patty enigszins goed nieuws heeft qua ontsluiting. Hij schat de situatie duidelijk beter in dan ik en besluit om meteen te bellen (terwijl protesteer ik dat dat veel te vroeg is). Ondertussen warm ik een hotpack op die ik tegen mijn buik aanduw. Pieter laat het badje vollopen, maar dit gaat trager dan ik had gehoopt. In mijn achterhoofd hoor ik Alexandra nog zeggen dat ze liever hebben dat je pas in bad gaat als ze erbij zijn. Patty kan hier niet snel genoeg zijn en ik vraag Pieter om haar nog eens te bellen om te weten of ze al vertrokken is. Ik heb haar nu echt nodig en ik wil in het bad. Ze staat blijkbaar voor de deur, oef! Het is dan 16u45.

Ondertussen begin ik drukgevoel te krijgen, ik moet echt naar de wc. Patty luistert snel nog even naar de harttonen en daarna ga ik naar het toilet. Ik waggel terug naar de living met mijn onderbroek op mijn knieën en wanneer ik deze probeer uit te doen zie ik tussen mijn benen de vliezen uitpuilen. Patty doet mijn sokken uit en ik mag eindelijk in bad. Dit doet deugd! Al is het maar van korte duur, want daar is alweer een wee. Ik voel een onweerstaanbare drang om mee te duwen. Patty geeft mij de leiding en kijkt gewoon toe. Instinctief hou ik met mijn hand het hoofdje tegen dat bij iedere perswee iets lager zakt. Ondertussen hoor ik vaag hoe Patty naar Britte, de tweede vroedvrouw, belt. 

Patty raadt aan om een andere houding aan te nemen om de baby meer ruimte te geven. Het gaat allemaal zo snel, het overvalt me een beetje. Ik zeg dat ik niet meer kan, vraag om me te helpen. Patty blijft gewoon zeggen dat ik goed bezig ben. Om 16u57 wordt Fil geboren in de vliezen. Zijn navelstreng zit los over zijn hoofdje en Patty haalt ze erover. Een volgende perswee mag ik hem van Patty zelf geboren laten worden in het water en bij mij nemen. Hij is er eindelijk, dit is zo onwerkelijk! Fil is heel alert en tegelijk zo zen. Hij laat amper van zich horen. Zalig om hem zo sereen geboren te zien worden. Pieter denkt eraan om enkele foto's te nemen, een mooie herinnering voor later (de fotograaf zou pas een halfuur later arriveren). We mogen nog even bekomen in bad en daarna verhuizen we naar de zetel waar ik verder word verzorgd.


Wát een ervaring, die thuisbevalling. Zo blij dat dit voor ons een optie was. We hebben het er veel over gehad tijdens de zwangerschap, maar nooit als een optie waar we niet van konden afwijken. In het ziekenhuis waar ik zelf werk als vroedvrouw (AZ Jan Portaels in Vilvoorde) zouden we immers met open armen ontvangen worden door mijn lieve collega's en gynaecoloog die mijn wensen even goed zouden respecteren. Maar door heel de Corona situatie en het grote vertrouwen in mijn lichaam (dat ik bij mijn eerste kindje nog niet had), neigde ik toch eerder naar een thuisbevalling. De lieve vroedvrouwen van Bolle Buik zorgden echt voor een top begeleiding tijdens de zwangerschap, arbeid en bevalling. Goud waard, als je 't mij vraagt! Ik kan alle (toekomstige) mama'tjes alleen maar aanraden om een team te zoeken dat haar goed informeert en haar  wensen respecteert, of dat nu thuis is of in het ziekenhuis.